Verslag van de debatavond

Bij DK, Sint-Gillis
, 5 februari 2025

Algemeen doel:


Het collectief en eerlijk verminderen van energie- en materiaalverbruik in gebouwen.éduire de façon collective et équitable les consommations d’énergie et de matière dans les bâtiments.

Werking van de avond

De avond werd georganiseerd volgens het World Café-principe: de deelnemers werden verdeeld in 7 groepen. Elke groep kreeg bij de start van de avond een tafel toegewezen. Elke tafel had een thema en 2 tot 3 moderatoren om het debat te begeleiden. Om de ±20 minuten wisselden de groepen van tafel.

Tafelthema’s

Voor elk thema werden door het collectief “Les limites à la PEB” denkrichtingen voorgesteld als mogelijke pistes voor reflectie.

Het verslag is opgesteld op basis van de notities van de moderatoren aan elke tafel. De voorstellen en opmerkingen zijn, omwille van de samenhang, herverdeeld onder de juiste thema’s. Hartelijk dank aan hen voor hun deelname en feedback!


NB: Sommige van de in dit verslag vermelde maatregelen worden uiteraard al overwogen, onder meer door Leefmilieu Brussel. Het is duidelijk dat meerdere administraties en bestuursniveaus betrokken zijn of zouden moeten zijn bij het EPB-beleid: Stedenbouw, Mobiliteit, Gezondheid, Federaal, Werk, Economie…


A. ENERGIE METEN

De theoretische broeikasgasuitstoot (BKG) is niet het probleem, maar de werkelijke uitstoot. Het doel is zowel de energiekosten als de echte uitstoot van BKG te verminderen. Zonder meting is de inspanning die nodig is niet kwantificeerbaar. Energetische renovaties zijn noodzakelijk, maar blijven een middel om een doel te bereiken: de vermindering van de werkelijke BKG-uitstoot.

1. Het werkelijke verbruik meten

Waarom ?

  • Concreet en nuttige gegevens creëren voor zowel huishoudens als de samenleving.
  • Gegevens harmoniseren tussen landen en regio’s, zonder verschillen in berekeningsmethoden.
  • De geleverde en nog te leveren inspanning in termen van BKG-reductie echt kunnen meten.
  • Bewoners in staat stellen hun woninggebruik te beheersen, gedragingen te testen en effecten te meten.
  • Beter richten welke renovatiewerken uitgevoerd moeten worden.


Hoe ?

  • Elke woning uitrusten met individuele meters.
  • De uitrol van slimme meters versnellen.

  • Het afrekenen van lasten standaardiseren.
  • Gegevens opvragen bij leveranciers.


Belemmeringen & Aandachtspunten:

  • Ook het verbruik van stookolie, pellets en hout opnemen.

  • Vragen of verwarming/ventilatie wel of niet apart moet worden gezien van andere verbruiken (verlichting, apparaten, opladers, …).
  • Bescherming van persoonsgegevens.


2. Regelgeving op basis van werkelijk verbruik per persoon in plaats van theoretisch verbruik per m²

Waarom ?

  • Theoretische kWh per m² is oneerlijk: het laat een alleenstaande of koppel toe een groot huis te bewonen zonder rekening te houden met verbruik. De bezettingsdichtheid is een kwestie van eerlijkheid en collectieve reductie.


Hoe ?

  • Drempels definiëren die zuinige huishoudens belonen en/of verkwistende straffen.
  • Rekening houden met energiearmoede (25% van de Brusselaars).
  • Rekening houden met de status van bewoners (huurder, eigenaar, telewerker, …).
  • Intensiteit (in de tijd) en gebruiksdichtheid (aantal bewoners) meewegen.
  • Via de samenstelling van het huishouden.
  • Via een energie-/belastingaangifte.
  • Dynamische energieprijzen invoeren (eerste kWh gratis).


Belemmeringen & Aandachtspunten:

  • Sommige gegevens zijn persoonlijk.
  • Verhuurders mogen geen druk uitoefenen op huurders om hun verbruik te verminderen.
  • Dit beleid mag inactieven (werklozen, gepensioneerden, thuisblijvende ouders, zieken, …) niet benadelen.


B. BEWONERS BEGELEIDEN

1. Begeleiden in het gebruik (met of zonder werken)

Waarom ?

  • Om goede praktijkadviezen te geven die het verbruik snel, goedkoop en ecologisch verminderen.
  • Om bewoners actiever te maken in hun woning.


Hoe ?

  • De rol van verenigingen versterken: begeleiding opschalen, niet isolatie.
  • De begeleidingslogica veranderen door naar de bewoners toe te gaan.
  • Al op school sensibiliseren en opleiden rond:
    • correct/zuinig verwarmen;
    • woning onderhouden en herstellen;
    • vochtproblemen vermijden/beheersen;
    • woning aanpassen aan warm/koud klimaat;
    • verantwoordelijk verhuurder zijn.

  • Eenvoudige handleidingen en logboeken van installaties veralgemenen.
  • Begeleiding systematiseren. In gebouwen met hoge energieprestatie (verplicht sinds 2012 voor nieuwbouw) spreken van Potentieel in plaats van Prestatie.


2. Begeleiden bij de werken

Waarom ?

  • “Vooral geen schade berokkenen”: energetische renovaties zijn niet onschuldig en beïnvloeden de vochtbalans (bv. raamvervanging zonder ventilatie, verkeerd geplaatste dampschermen).


Hoe ?

  • Fysieke loketten heropenen in gemeenten en gewest.
  • De rol van de toekomstige “EPB-expert” herdenken: certificator + adviseur + begeleider?
  • Toegang tot bouwbegeleiding vergemakkelijken, vooral gratis voor kwetsbare huishoudens.
  • Specifieke opleiding geven aan eerstelijnswerkers (OCMW, stedenbouw, …).
  • Essentiële werken opleggen aan verhuurders om bepaalde ziekten te voorkomen.

  • Renovatie-ambassadeurs promoten die inspireren met hun ervaringen.
  • Renoveren per wijk, met prioriteit voor kwetsbare buurten (La Roue, Rega).


3. Begeleiden bij zelf-renovatie

Waarom ?

  • Tekort aan professionele arbeidskrachten.
  • Sommige werken kunnen door handige doe-het-zelvers uitgevoerd worden mits goede begeleiding.
  • Risico: slecht uitgevoerde werken veroorzaken problemen (bv. binnenisolatie).
  • Zelf-renovatie kan goedkoper zijn.


Hoe ?

  • Een sterk juridisch kader creëren (verzekering, …).
  • Verlof voor zelf-renovatie toestaan en financieren.
  • Een netwerk van begeleiders en professionals oprichten die de werken kunnen controleren.


Belemmeringen & Aandachtspunten:

  • Mag zwartwerk niet legitimeren.


4. Financieel begeleiden

Waarom ?

  • Zonder steun kunnen veel Brusselaars renovatie verplichtingen niet nakomen.


Hoe ?

  • Voorfinanciering en prioriteit voor kwetsbare eigenaars huishoudens.
  • Systeem van derde-betaler invoeren (banklening terugbetaald via energiefactuur bij daling).
  • “Steenleningen” ontwikkelen (lening gekoppeld aan het gebouw, niet aan de eigenaar).
  • Bedrijven rechtstreeks betalen i.p.v. eigenaars (zoals banken doen bij renovatie leningen).


Belemmeringen & Aandachtspunten:

  • Gezien de beperkte budgetten: subsidies richten op begeleidingsstructuren i.p.v. werken (om nutteloze werken, prijsstijgingen en verrijking van bouwbedrijven te vermijden).


C. GOED WONEN

1. Thermisch comfort vinden door op het lichaam te focussen

Waarom ?

  • Een gebouw op zich verbruikt geen energie.


Hoe ?

  • Weinig of niet verwarmen tijdens afwezigheid of ’s nachts.
  • Lokaal verwarmen. Toekomstige stedenbouwkundige regels kunnen open woningen beperken die compartimentering onmogelijk maken.
  • Thermische kleding, dekbedden en dekens promoten en labelen (bv. slowheat, Ikea US).
  • Vochtigheid controleren en het gebruik van thermometers/hygrometers verspreiden om bewoners bewuster te maken.
  • Gordijnen en tapijten waarderen die sterk bijdragen aan thermisch comfort (bv. thermische gordijnen).
  • De kenmerken van de woning kennen en ermee rekening houden.


Belemmeringen & Aandachtspunten:

  • Moeilijk om een gemeenschappelijk comfort niveau te bepalen in gedeelde ruimtes.
  • Voor velen is controle nemen over hun woning ingewikkeld (tijd, technische kennis, beperkte speelruimte).


2. Mentaliteitsverandering: bij jezelf beginnen

Waarom ?

  • Comfort bij 20°C is recent. Begin 20e eeuw was het 15°C. Deze drang tot (over)verwarmen veroorzaakt veel uitstoot.


Hoe ?

  • Thermostaat verlagen tot 18°C.
  • Thermostatische kranen correct gebruiken; dit al op school onderwijzen (verwarming = 75% van het eindverbruik).
  • EPB-protocollen herzien en aanvaarden dat bij strenge vorst de 21°C niet altijd gehaald wordt. Dit vermindert de dimensionering van installaties.

  • Afwijking toestaan van renovatie verplichtingen als het verbruik <100 kWhEP/m².jaar is voor eigenaar-bewoners, zelfs bij label F of G.


Belemmeringen & Aandachtspunten:

  • Leven bij lage temperaturen is voor de meeste mensen moeilijk en onbekend.
  • Bijzondere aandacht voor energiearmoede, dat niet verward mag worden met vrijwillige soberheid.


D. DUURZAAM BOUWEN

1. Regelgeving aanpassen om robuuste en veerkrachtige bouw/renovatie te prioriteren

Waarom ?

  • Duurzaam bouwen is datgene wat standhoudt: “Het riet buigt maar breekt niet.”
  • Het huidige kader stimuleert overmatige technologie, zonder rekening te houden met gebruiksgemak en onderhoud.


Hoe ?

  • Low-tech als standaard promoten, high-tech alleen indien nodig.
  • Natuurlijke of onvolmaakte ventilatie beter waarderen (bv. gedeeltelijk Systeem D) en systematische dubbele flux ontmoedigen.
  • Professionals verantwoordelijk maken voor correcte installatie en onderhoud.
  • Conformiteitsattest invoeren voor ventilatiesystemen (VMC).
  • Garantieperiode voor technische uitrusting verlengen.
  • Duidelijker bepalen wanneer sloop/nieuwbouw kan.
  • Bio-klimatische gebouwen stimuleren.
  • Aanpasbare en modulaire gebouwen bevorderen (bv. gezinswoning die later gemakkelijk deelbaar is).
  • Thermische faseverschuiving van isolatie in evaluaties opnemen.
  • Umax-waarden verlagen voor bestaande gebouwen.
  • Rekening houden met de werkelijke thermische en ademende prestaties van bestaande materialen.
  • Arbeidskosten en duurzame technieken fiscaal reguleren.
  • Bouwprofessionals opleiden, certificeren en examineren in materialen, technologieën en pathologieën.
  • Leven integreren in projecten (bv. gevels als toevluchtsoord voor biodiversiteit).
  • Andere regelgeving aanpassen (RRU, PRAS, Wooncode, …).


2. De kwestie van grijze energie beter integreren

Hoe ?

  • Standaard lambda-waarden van isolatie herzien om hergebruik te bevorderen.
  • Thermische prestaties differentiëren volgens grijze energie.
  • De impact van gebouwen op andere planetaire grenzen waarderen (bv. biodiversiteit).
  • Materiaalprijzen controleren op basis van werkelijke productiekosten; bio-gebaseerde materialen fiscaal stimuleren.


3. Bewoners-gerichte aanpak

Waarom ?

  • 62% van de Brusselaars zijn huurders en zelden opdrachtgever.
  • Complexiteit in gebruik en onderhoud leidt tot inefficiëntie of veroudering.


Hoe ?

  • Woningen bevorderen die eenvoudig in gebruik zijn voor huurders.
  • Eenvoudig onderhoud waarderen.
  • Leasing modellen voor technische installaties ontwikkelen.
  • Verplicht stellen dat installaties herstelbaar zijn.


E. WONING KWALIFICEREN

1. Criteria bepalen voor een bewoonbare woning

Waarom ?

  • Een globaal zicht krijgen op de kwaliteit van de woning. Energie-efficiëntie moet gekoppeld worden aan andere criteria om levenskwaliteit te garanderen.


Hoe ?

  • Hoofdcriteria definiëren.
    • Vochtproblemen / mogelijkheid tot ventilatie.
    • Conformiteit elektriciteit, conformiteit gas, asbest-inventaris.
    • Herzien EPB-certificaat.
    • Akoestisch comfort.
    • EPB-keuring ketel.
    • Ventilatie conformiteit.
    • Risico’s van oververhitting.
  • Inventaris van periodiek onderhoud (ketels, filters, …).
  • Criteria hiërarchiseren (essentieel vs. informatief).
  • De gebruiksvriendelijkheid van een woning evalueren.
  • Verder gaan dan de Wooncode met een huurvergunning.
  • De tijdslijn van verplichtingen herzien voor coherentie en succes.


Belemmeringen & Aandachtspunten:

  • Extra mechanismen verhogen de financiële last.

  • Gebrek aan middelen bij de overheid.
  • Onderscheid maken tussen materiële configuratie en gedrag van bewoners.


2. De EPB herzien

Waarom ?

  • kWh is misleidend (gezien als werkelijk verbruik).
  • kWh/m² verbergt de totale hoeveelheden.
  • Het huidige certificaat geeft onvoldoende inzicht in de kwaliteiten en het verbruikspotentieel van de woning.


Hoe ?

  • Vermelden van het theoretische vermogen in watt (W) om tot 18°C te verwarmen.
    • Eenvoudige conversie: kWh/jaar ÷ 365 ÷ 24 = W.
    • Rekening houden met de totale grootte van de woning.
    • Watt is een vertrouwde eenheid (lampen, huishoudtoestellen).
  • Het begrip ecologische voetafdruk verbreden (meer dan enkel CO₂).
  • Een aanvullende eenheid creëren: gebruiksintensiteit (u.persoon/jaar).
  • Het EPB-certificaat opnieuw een niet-bestraffende vergelijkingsfunctie geven.
  • Het EPB omvormen tot een informatief puntensysteem.
  • Rekening houden met toegang tot zachte mobiliteit (trein, stedelijke ligging, …).
  • EPB-instrumenten behouden en versterken voor meer relevantie.


F. VRIJE TRIBUNE

1. De energie­transitie politiek uit het kapitalistische systeem halen

Waarom ?

  • Het EPB-protocol is verbonden met een dienstensector (advies, certificatie).
  • De jacht op prestaties leidt tot financiële steun voor investeerders, gefinancierd door boetes op wie niet kan/wil investeren.
  • Dit stimuleert vaak vervuilende materialen, gesteund door lobby’s.


Hoe ?

  • Vaststelling: financiering, vrijstellingen, verplichtingen = ultracomplex kader, onbereikbaar voor de meeste Brusselaars.
  • “Mattheüs-effect”: huidige stimuli komen vooral ten goede aan wie al middelen heeft.
  • Arbeid sterker ondersteunen (herstelling, hergebruik), nu duurder dan ingevoerde nieuwe materialen.
  • Herinvoeren van publieke Belgische productie van materialen en technieken.
  • Meer steun voor zelf-renovatie (premies, betaald verlof, …).
  • Toegang tot huisvesting diversifiëren (CLTB, GES, Nood Koop Fund, …).
  • Huurmarkt uit speculatie halen en huren reguleren (indexatie, tussen twee contracten).
  • Regionale registratie van alle huurovereenkomsten verplicht maken.


2. Emulatie en solidariteit creëren rond de energietransitie

Hoe ?

  • De individuele last voor bewoners verlichten.
  • Collectieve en solidaire oplossingen stimuleren.
  • EPB-gemeenschappen oprichten (wijk, gebouw, buurt) met gedeelde investeringen.


3. De EPB-regelgeving laten evolueren

Hoe ?

  • Grijze energie opnemen.
  • Reëel verbruik opnemen.
  • Bezettingsdichtheid opnemen.
  • Oververhitting opnemen.
  • Onderscheid maken tussen “fundamentele” werken (dak, ventilatie) en “aanbevolen” werken.
  • Aanpassingen waarderen die comfort verhogen (wandafwerking, compartimentering, thermische correctoren).
  • EPB-certificaat opnieuw een niet-bestraffende vergelijkingsfunctie geven.
  • EPB omvormen tot een informatief puntensysteem.
  • Oude materialen herwaarderen (thermisch, ademend, inertie).
  • Energieprestatie per leefruimte i.p.v. volledig gebouw evalueren.


4. Alle regelgeving laten evolueren

Hoe ?

  • Stedenbouwkundige regels aanpassen (bufferzones, compartimentering).
  • Compactheid/indeling reguleren om verliezen te beperken (vrijstaand vs. rijwoning).
  • Monitoring-panel instellen (luchtkwaliteit, vastgoed, mobiliteit, …).
  • Controles versterken op binnenluchtvervuiling (bouw, meubilair, geuren).
  • Globale aanpak van emissies (wonen, apparaten, mobiliteit).
  • Progressieve energietarieven invoeren (eerste kWh gratis).
  • Renovatie-effecten op grond en huurprijzen reguleren.
  • Gezondheid en energie-emissies koppelen (ongezonde woningen = energieverslinders).
  • Verlaagd btw-tarief toepassen voor renovaties buiten woning.


5. Sensibiliseren en begeleiden

Hoe ?

  • Bewoners al van jongs af aan opvoeden rond hitte, kou, vocht.
  • Thermisch comfort waarderen in al zijn dimensies (lucht, muren, vocht, metabolisme, …).
  • Gratis advies geven aan iedereen die wil renoveren, om de relevantie van hun keuzes te verzekeren.


G. SOEP

Tijdens de gedeelde soep kwam het woord “UTOPIE” naar boven.

Waarom niet durven spreken over utopie?

Waarom niet durven een wereld in te beelden van samenwerking, verbondenheid, gratuitie, bescheidenheid, rechtvaardigheid en gastvrijheid?


Afsluiting van de avond

Na de plenaire terugkoppeling van de debatten was het slotwoord: “Soberheid.”